Interessant genoeg, zitten de kampen in de regio bijna helemaal vol met vrouwen.
Het percentage vrouwen en kinderen in vluchtelingenkampen ligt vaak hoger dan dat van mannen, maar hier is het 80%.

Waar het jarenlang leek dat de strijd rondom abortus gestreden was en er een redelijk compromis was gesloten, begint het nu weer te rommelen. Het CDA wil de abortustermijn inperken tot 22 weken, de ChristenUnie tot 18 weken en de PVV tot 14 weken. Premier Rutte lijkt ook bereid te zijn om de grens voor abortus ter discussie te stellen,hij wil de discussie uit de ideologie halen, zei hij bij de EO.
En dit is precies het punt waar progressief Nederland over valt (artikel verscheen 22/2/2011 in Trouw). Wat Jolande Sap duidelijk maakt, of je het nu met haar eens bent of niet, is dat politieke belangen de discussie domineren, en niet medische argumenten of het belang van vrouwen. Maar tegelijkertijd is het ook een realiteit dat in India en China baby’s regelmatig worden geaborteerd vanwege het geslacht (meisjes zijn minder gewenst en vanaf 18 weken is het geslacht te bepalen):
Is het tijd voor een discussie over de wekengrens of moeten we strijden voor onze verworven rechten? Ik blijf het lastig vinden. Mijn eerste reactie is vooral hoe opvallend het is dat het mannen in de politiek zijn die de discussie aanzwengelen (Wilders,Rouvoet en Rutte) en dat het vrouwen zijn (Sap en Voortman) die in de verdediging schieten. Maar wat Sap en Voortman ook duidelijk maken is dat abortus voor vrouwen (en de betrokken mannen) altijd een moeilijke beslissing is. Als ik in mijn eigen omgeving kijk, zie ik dat de weinige vrouwen die ik ken die geconfronteerd werden met een ongewenste zwangerschap, heel veel moeite hadden met het maken van deze beslissing. Abortus is een zware lichamelijke ingreep die grote emotionele consequenties heeft. De vraag is dus, is abortus (in Nederland) het probleem of zijn bepaalde culturele tradities en vooroordelen (in een land als India en voor een deel in Nederland) het probleem?
In 2009 moest ik voor mijn werk naar Oost-Congo. Als er 1 plek is waar ik niet meer naartoe zou willen is het Congo. Voor de website wo=men.nl schreef ik vorige week een stukje over Justine Masika Bihamba, die ik een aantal keer ontmoet heb, zowel in Congo als in Nederland. Zij is door haar werk direct betrokken bij slachtoffers van seksueel geweld, waar Oost-Congo zo langzamerhand om bekend staat in de wereld. Justine legt de nadruk op straffeloosheid, ze zegt dat de verkrachtingen niet zullen ophouden zolang de daders niet gestraft worden.
Bijeenkomst van vrouwengroep net buiten Goma (Nikki de Zwaan 2009).
Het werk van Justine Massika, oprichtster van Synergie des Femmes contre les Violences Sexuelles laat zien dat seksueel geweld een langdurige invloed heeft op vrouwen en de Congolese samenleving als geheel. Veel ontwikkelingsorganisaties in Congo richten zich op slachtoffers van seksueel geweld, maar economische ontwikkeling heeft vaak minder de prioriteit dan medische hulp en psycho-sociale hulp. En dit laatste is een kwalijke zaak. In Congo zag ik een enorme hulpverleningsindustrie ontstaan rondom seksueel geweld. Alle NGOs lijken zich tegenwoordig bezig te houden met seksueel geweld. En logisch ook, want daar is donorgeld voor beschikbaar. Hoewel seksueel geweld een groot probleem is, en daarnaast walgelijk, maakte ik me hier soms wel zorgen om. Congo heeft zoveel problemen, en die verkrachtingen stoppen volgens mij pas als die ook worden aangepakt (functioneren staat, gebrek aan economische groei, politieke en economische ontwikkeling van zowel mannen als vrouwen, gebrek aan regionale aanpak van smokkel van grondstoffen etc.).
Staatssecretaris Knapen besprak de kwestie van straffeloosheid met de Congolese minister van Buitenlandse Zaken. Hopelijk heeft de minister geluisterd naar onze staatssecretaris want het seksueel geweld in Congo lijkt soms wel een oneindig verhaal...